Luchtvochtigheidsbeheersing is in de papierindustrie van essentieel belang om het vochtverlies in het papier na het drogen te regelen. Papier kan na productie en oprollen, op het einde van de papiermachine gedurende een vrij lange periode aan de omgeving worden blootgesteld. Het vochtgehalte van blootliggende oppervlakken van het papier verandert afhankelijk van de omgevingsvochtigheid, waardoor problemen ontstaan tijdens de snij- en de wikkelprocessen.

Bij een lage vochtigheid (minder dan 50 %) begint papier te krimpen en om te krullen en verliest het zijn maatvastheid, waardoor de rol papier onbruikbaar – en dus heel duur – wordt voor de fabrikant. Om dit te voorkomen, is in de meeste gevallen een luchtvochtigheid van 55 % vereist. Wanneer dit niveau gehandhaafd wordt, zorgt het vocht in het papier er niet alleen voor dat het product flexibel blijft, maar ook dat het zijn stabiliteit behoudt tijdens de productie en het verpakken.

Een lage vochtigheid in de snijzone kan tot vochtverlies leiden; dit verlies vindt heel snel plaats. Het is mogelijk dat in die fase de schade aan het papier nog niet zichtbaar is, aangezien het papier dan onder spanning staat. Daardoor zijn omkrullende randen of veranderende afmetingen niet zichtbaar.

Wijzigingen in het papier die tijdens het snijproces plaatsvinden, worden pas tijdens de fase van het snijden tot vellen zichtbaar, doordat het papier op dat moment niet meer onder druk staat en het dus van vorm kan veranderen.

Wanneer de luchtvochtigheid minder dan 45 % bedraagt, ontstaat statische elektriciteit. Deze kan problemen veroorzaken tijdens het verpakken en stelt het personeel bloot aan onverwachte elektrische schokken.